De Proeftoren is een hulpmiddel om jonge kinderen op een leuke manier te ondersteunen in het leren proeven.
Groenten en fruit eten is voor een kind niet vanzelfsprekend. Als ouder wil je dat je kind gezond en gevarieerd eet. Een dagelijkse portie groenten en fruit hoort daarbij. Wanneer je kind weigert, maak jij je zorgen en wordt de maaltijd een stressmoment. Herkenbaar? Dan is de Proeftoren wat je nodig hebt!
Doel
Het doel van het spel is om (opnieuw) plezier te beleven aan tafel en stapsgewijs leren proeven van onbekende voedingsmiddelen. Dit laatste is wat dit spel zo bijzonder maakt. Proeven wil immers ook zeggen dat het kind het voedingsmiddel in zijn of haar buurt verdraagt, het aanraakt, aan likt, het een kusje geeft of op kauwt zonder door te slikken. Al deze fasen, die voorafgaan aan het effectief doorslikken van het voedingsmiddel, komen aan bod. Ze worden doorlopen op het tempo van jouw kind en zonder druk.
Beloning
Het proeven van fruit en groenten wordt onder meer gestimuleerd door het inzetten van een beloningssysteem. Met de Proeftoren ga je aan de slag met telkens 1 van de 36 verschillende groente- en fruitsoorten. Deze voedingsmiddelen staan afgebeeld op verwijderbare stickers en worden onderaan de Proeftoren bevestigd. Het doel is om stapsgewijs op te klimmen tot helemaal bovenaan! Dan is je kind proefkoning(in) en zet hij/zij de kroon op. We voorzien ook lege stickers om zelf andere voedingsmiddelen toe te voegen.
Opvoeden, nieuw gedrag aanleren of probleemgedrag doorbreken is niet vanzelfsprekend. Voedselneofobie (= de angst om voedingsmiddelen te proeven) is een universeel en natuurlijk proces dat elk kind vanaf +/- 2 jaar mee maakt, in mindere of meerdere mate. Als ouder dien je hier ook gepast op te reageren, want je wil immers vermijden dat je kind blijft “hangen” in deze fase. Als ouder heb je dan ook soms behoefte aan technieken of vaardigheden, die je kunnen helpen.
(Op)voedingsstrategieën
Er bestaan tal van effectieve (op)voedingsstrategieën. In de Proeftoren ligt de focus op positieve bekrachtiging. Je ondersteunt en stimuleert je kind in het proeven van onbekende voedingsmiddelen via positieve aandacht en gepaste beloningen. Niet elk kind is even beloningsgevoelig. Jij kent je kind het best!
De Amerikaanse psycholoog Thorndike formuleerde positieve bekrachtiging (= iets positiefs aanreiken) voor het eerst via zijn “Wet van het Effect”. Deze wet stelt dat gedrag blijvend is, indien het beloond wordt.
Deze wet kan toegepast worden bij kinderen met voedselneofobie: zo stijgt de kans dat een kind door positieve bekrachtiging (bv. door een compliment te geven) zijn/haar proefgedrag herhaalt.
Psycholoog Skinner heeft het werk van Thorndike verder uitgebreid en lanceerde de theorie omtrent “operante conditionering”. Volgens Skinner kan je als ouder op 4 manieren reageren op het gedrag van je kind:
-
- Positieve bekrachtiging = je geeft een beloning. Je beloont het gedrag met een aangename stimulans zoals bv. een complimentje, een knuffel of een aai over het hoofd.
- Negatieve bekrachtiging = je neemt een onaangename toestand weg. Wanneer je kind bijvoorbeeld instemt om één stukje te proeven, verplicht je het niet langer verplicht zijn/haar hele bord op te eten.
- Positieve straf = je dient een straf toe: het gedrag wordt dus gevolgd door een onaangename ervaring. Je geeft het een tik op de vingers of je geeft je kind een time-out.
- Negatieve straf = je neemt een positieve toestand weg. Wanneer je kind niet wil proeven, mag het niet langer gaan spelen bij een vriendje.
Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat alle kinderen vooruitgang boekten in het proefproces en minder neofoob waren ten aanzien van een door hen gekozen voedingsmiddel. De meesten onder hen werden al na enkele proefpogingen “proefkoning(in)”. In het spel betekent dit dat het kind voor de allereerste keer een stukje van dit voedingsmiddel doorslikt. Verder bleek ook dat de Proeftoren als positief ervaren werd door de deelnemende ouders en dat de maaltijden aangenamer verliepen.
Je kan de Proeftoren dus als hulpmiddel preventief of curatief inzetten om:
- de maaltijden vlot en aangenaam te laten verlopen
- voedselneofobie (= de angst voor ongekende voedingsmiddelen) aan te pakken
- de overstap van halfvaste naar vaste voeding te ondersteunen
- nieuwe voedingsmiddelen te introduceren
Je zou kunnen denken dat de Proeftoren een louter beloningssysteem is. Door het kind te belonen, tracht je zijn/haar eetgedrag te wijzigen. Dit spel gaat echter veel verder dan louter positief bekrachtigen. Het is een instrument om van extrinsieke motivatie (het kind stelt goed eetgedrag omdat het hiervoor wordt beloond en geprezen door een ander) over te gaan naar intrinsieke motivatie (het kind wil uit zichzelf goed en gezond eten).
Deze overgang kan je bereiken door in te zetten op gedragsverandering: het kind wijzigt zijn/haar eetgedrag uit zichzelf. Volgens de “zelf-determinatie theorie” (Deci en Ryan, 2002) kan dit pas gebeuren, wanneer aan de volgende drie basisbehoeften voldaan wordt:
- Autonomie
- relationele verBondenheid
- Competentie
Wanneer aan deze drie basisbehoeften wordt voldaan, kan een kind optimaal functioneren en groeien. Prof. Dr. M. Van Steenkiste schreef er in 2015 het boek over: “Vitamines voor groei”.
De Proeftoren zet dan ook maximaal in op deze drie basisbehoeften, spelenderwijs:
Autonomie
De Proeftoren moedigt de autonomie van het kind zoveel mogelijk aan. Laat je kind daarom:
- kiezen of hij/zij koning of koningin wil worden
- kiezen welke beloning hij/zij krijgt wanneer het proefkoning(in) wordt
- kiezen met welk voedingsmiddel hij/zij aan de slag gaat
- zijn/haar porties opscheppen en dus zelf bepalen of en hoeveel hij/zij van iets eet (= regel van de gedeelde verantwoordelijkheid).
- de koning of koningin personaliseren
- stickers plakken op de Proeftoren
- de kroon en de Proeftoren versieren
- proeven op eigen tempo
Hoe méér je kind zelf mag doen en kiezen, hoe beter!
relationele verBondenheid
Het spel wordt gespeeld binnen een hechte gezinscontext, waarin het kind zich vertrouwd, veilig en geborgen voelt. Zo mag hij/zij bv. het voedingsmiddel in alle vertrouwen in een servetje weer uitspugen, indien hij/zij dat wenst. Het doel is om samen gezellig te tafelen in een ontspannen sfeer. Zorg voor een mooie gedekte tafel, waarbij aandacht wordt gegeven aan elkaar. Praat over van alles en nog wat, behalve over het (niet willen) eten en vermijd ongewenste afleiders, zoals tv of telefoon. Sta je kind bij in zijn/haar proefproces als een trouwe supporter, niet als een strenge controleur of bange toeschouwer.
Competentie
De Proeftoren vraagt aan jou, als ouder, dat je:
- gelooft in het feit dat je kind (vroeg of laat) wil en zal proeven
- je focus legt op het positieve, op wat al wél goed gaat.
Om te tonen wat goed gaat, kan je bijvoorbeeld die voedingsmiddelen waarvan je kind reeds proefkoning(in) is, bovenaan laten hangen op de Proeftoren. Of je kan vooraf, speelstickers uitkiezen van groente- of fruitsoorten die je kind heel graag lust en die meteen bovenaan kleven. Als er boven op de Proeftoren meer stickers hangen dan beneden, geef je aan dat je kind meer proeft dan dat het niet proeft.
- denk in mogelijkheden i.p.v. in moeilijkheden
- ga voor kleine succeservaringen
- Verwacht niet meteen het gehoopte eindresultaat. Vandaag een hele appel opeten, als men gisteren nog geen appel wilde proeven, is onrealistisch. Eén partje is een topprestatie!
Het spel werd getest in <50 gezinnen met ‘een moeilijke eter’ in huis: evenveel jongens als meisjes en allen tussen 2 en 7 jaar oud.
In het tweede onderzoek was er ook een controle groep. Dit was een groep van <20 gezinnen met een moeilijke eter, die tijdens het onderzoek enkele effectieve voedingsstrategieën toepaste, maar zonder de Proeftoren aan het onderzoek deelnam.
Aan de eerste groep ouders werd gevraagd om één voedingsmiddel uit te kiezen dat niet eerder geproefd werd of steeds geweigerd werd door hun kind: 93% van de ouders koos voor een groente- of fruitsoort om te spelen.
Er werd gevraagd een vragenlijst in te vullen. Hierin werd gepeild naar:
- het huidig eetgedrag
- de mate van voedselneofobie (via de schaal van Wardle, 2003)
- het al dan niet toepassen van een aantal concrete (op)voedingsstrategieën door de ouders
Na een briefing door de onderzoekers, waarin enerzijds het spel werd toegelicht en anderzijds werd stilgestaan bij een aantal toe te passen (op)voedingsstrategieën, gingen de ouders gedurende twee weken aan de slag met het uitgekozen voedingsmiddel. Na afloop van de testperiode werd een nieuwe identieke vragenlijst ingevuld, zodat een ‘voor en na’-vergelijking mogelijk was. Aanvullend werden ook zes stellingen en een reeks open vragen toegevoegd om specifiek de Proeftoren te evalueren.
Uit de statistische analyse van antwoorden bleek dat alle kinderen vooruitgang boekten in het proefproces en minder neofoob waren tegenover het voedingsmiddel. In onderstaande tabellen zie je een vooruitgang van een gemiddelde score van 8,1 naar 12,7 op 20: een verbetering van 57%. De mediaan steeg van 7,5 naar 13. Mooie resultaten!
De meeste kinderen werden al na enkele proefpogingen proefkoning(in). Dit betekent in het spel dat zij een stukje van het gekozen voedingsmiddel voor de allereerste keer effectief doorslikten. Dit zie je in onderstaande tabel: de mediaan voor het aantal proefpogingen bedraagt 2: een verrassend positief resultaat. Er wordt namelijk in de literatuur gesproken over minimum 8 tot 15 pogingen om een kind vertrouwd te maken met een voedingsmiddel. Het feit dat de mediaan in het onderzoek op 2 ligt, spreekt voor de aantrekkelijkheid en de beloningsstrategie van de Proeftoren.
Uit de kwalitatieve analyse blijkt dat de Proeftoren als positief werd ervaren door de deelnemende ouders. De meesten ervaarden een grotere proefbereidheid bij hun kind (zie onderstaande grafiek).
In het tweede onderzoek, met de controlegroep, bleek ook uit de resultaten dat elk kind er op vooruit ging. De kinderen die met de Proeftoren onderzocht werden, gingen er nog meer op vooruit.
De Proeftoren bleek in beide onderzoeken een plezierig en educatief verantwoord hulpmiddel in het overwinnen van voedselneofobie bij jonge kinderen. Het toepassen van de juiste voedingsstrategieën in combinatie met de Proeftoren, gaven de beste resultaten bij de gezinnen.



Getuigenissen
Het prachtige concept de Proeftoren laat kinderen op een ongedwongen, positieve manier spelenderwijs kennismaken met groenten en fruit. Voor de lastige etertjes gaat er een wereld open wanneer ze als proefkoning(in) de gekozen groente- of fruitsoort niet alleen ‘proeven’, maar ook ‘lusten’. Aartsen Kids Foundation raadt ieder gezin met jonge kinderen de Proeftoren aan! Ook al heb je geen moeilijke eter(s), het is een leuk spel waarbij kinderen bewust aan de slag gaan met voeding. Zo groeien ze op met de perceptie dat gezond eten ook gewoon leuk, lekker en stoer is. Dit gun je toch ieder kind?
Onze Louis heeft vandaag spontaan van een rauw worteltje gegeten. Ik had het hem niet aangeboden, hij vroeg er zelf achter! Intussen werd de Proeftoren ook succesvol ingezet voor aardbeien en appel. Van beide heeft hij willen proeven, dankzij de Proeftoren.
Ik moest na school eerst nog naar de winkel. Plotseling zei mijn zoon: “ik moet nog mijn fruit eten! Ik ga proefkoning worden.”
Mijn dochtertje wilde absoluut geen sla proeven. Maar dankzij de Proeftoren wilde ze ‘koningin van de sla’ worden! En ja hoor: ze gaf haarzelf terecht een dikke duim, want de sla mocht zonder zeuren naar haar buikje!!
Ook onze groepspraktijk Eetstudio kijkt uit naar de Proeftoren. Wij zijn benieuwd om hem de eerste keer te gebruiken in onze praktijk . Op die manier kunnen we onze selectieve eters zeker op een leuke speelse manier helpen om de uitdaging aan te gaan met nieuwe voeding.